UIT DE PRAKTIJK
Eduard (59), is een sympathieke, actieve sportman en heeft zijn leven prettig en overzichtelijk op een rijtje: gelukkig getrouwd, een zoon die de boel goed op de rit heeft en hij heeft een prima baan op de serviceafdeling van een bedrijf waar hij al 35 jaar in dienst is. Met al zijn kennis en ervaring is hij een vraagbaak voor de jongere garde. Hij is ook voor iedereen die iets dwars zit de toegankelijke collega met het luisterende oor.
Het pad van Eduard
Als spin-in-het-web is Eduard de regelaar van zijn afdeling. Hij is in zijn 35-jarige loopbaan één geworden met het bedrijf en nog voordat situaties erom vragen heeft hij al een extra stap gezet om problemen voor te zijn. Hij wil graag alles voor iedereen oplossen maar eigenlijk is de organisatie daar niet op ingericht. In de loop der tijd ontstaan daardoor scheurtjes in de verstandhouding met de leidinggevenden. Ook de communicatie met het managementteam over deze kwesties verloopt niet altijd even soepel.
Eduard heeft af en toe last van hartkloppingen, voelt zich soms nerveus en is vooral moe. Hij merkt als sportman een verstoring in zijn energiehuishouding maar wijt dat aan het ouder worden. Niets is minder waar. Als Eduard bij de sportarts zit voor de uitslag van zijn medische keuring wordt het duidelijk; hij heeft de fysiek van een jonge vent en is ‘technisch’ helemaal in orde. Maar de lage energie doet de alarmbellen rinkelen en de arts adviseert hem om zich per direct ziek te melden en hulp te zoeken.
Eduard bij Manon
Binnen twee weken zit hij bij de Arboarts en wordt hij doorverwezen naar een psycholoog. Eduard heeft een ander idee. Hij volgt al enige tijd de bootcamptrainingen van Manon en is op de hoogte van haar coaching skills. Als sportvrouw heeft zij dezelfde drive, snappen ze elkaar en dat maakt dat hij vol vertrouwen met haar het coachingstraject aangaat.
Het begin is lastig voor Eduard, hij moet heel erg wennen aan de mantra ‘niets moet, alles mag’. Hij voelt zich regelmatig schuldig richting zijn collega’s omdat ‘hij lekker in de zon wandelt en zij aan het werk zijn’. Het duurt even voordat acceptatie zijn intrede heeft gedaan en Eduard écht naar zichzelf leert kijken.
Een van de grootste eyeopeners voor hem komt uit de ACT-meting. Hij is in de veronderstelling dat hij op de werkvloer duidelijk communiceert en kenbaar maakt wat hij wel of juist niet wil. Verrassend genoeg laat de test een ander beeld zien. Het blijkt ook dat de rem op zijn ontwikkeling hem parten speelt. Hij is vergroeid met het bedrijf maar er is weinig verloop en nauwelijks vernieuwing in hetgeen hij doet. Het is zijn ambitie om een mentorrol te vervullen. Hij wil graag de link zijn tussen de kennis en ervaring van de oude rotten en die frisse kijk van de nieuwelingen. Ondanks hoopgevende gesprekken blijft het plan maar onderop de stapel liggen.
Eduard over Manon
Ik vond het maar ongemakkelijk hoor, het idee dat ik ‘ziek’ was en niet in staat was om te werken maar wel met Manon het bos in kon om te sporten. Ik wilde het liefst zo snel mogelijk vooruitgang boeken en weer aan de slag. Maar zo werkt het dus niet, je hebt niet opeens een burn-out en zo kom je er ook niet vanaf. Toen dat besef was geland kwam het omslagpunt en begreep ik dat ik echt ‘beter’ moest worden. Behalve ‘beter worden’ stond het doel in het grotere geheel niet direct vast, dat kreeg gaandeweg vorm. En zonder dat je dat dus in de gaten hebt, bepaal je het helemaal zelf.
Manon is niet alleen heel veelzijdig qua kennis en kunde maar heeft ook de gave om zich aan te passen. Daarmee creëerde zij een omgeving waarin het voor mij makkelijk werd om te praten. Door haar intrigerende vraagstelling werd duidelijk wie ik ben, wat ik doe en hoe ik reageer. Geloof me, de antwoorden waren meer dan eens verrassend. Als ik haar iets vroeg kreeg ik een subtiele wedervraag waarmee ik zelf de oplossing kon vinden of een conclusie kon trekken.
Haar rust en energie hadden een prettige uitwerking op mij, het voelde veilig en als een warm bad. Ik keek echt uit naar de sessies en stond open voor nieuwe dingen. Op een gegeven moment wilde ze een paardensessie doen. Daar had ik totaal geen beeld bij, ik dacht eigenlijk dat we een stukje gingen rijden. Dat was niet het geval, ik kreeg de opdracht om de halster bij een van de paarden om te doen en een stukje met het dier te wandelen. De interactie tussen mij en het paard maakte dingen duidelijk die ik kon vertalen naar werksituaties. Niet alleen leerzaam, vooral heel leuk om te doen. En dat beschrijft het hele coachingstraject eigenlijk in een notendop.